“De gedachten van mensen lopen vérschrikkelijk uiteen Zo denkt men aan wat je vanavond moet eten Of waarom gebeurdt er toch zoveel rampen in de wereld Met wie ga ik nu weer eens daten?”
“Wat moet ik nog allemaal doen Oh Jee, wat is het heet Wat ben ik toch aan het genieten Neem ik nu dat blauwe of het rode kleed”
“Hoe laat is het nu? Wat is het toch slecht weer! Wat is het antwoord op een vraag Waarom doet dit nu weer zeer”
“Hoe lang gaat dit gedicht nog duren? Want ik kan eindeloos doorgaan Maar dat heeft toch helemaal geen zin Iedereen denkt toch wat anders, snoeshaan!”